De Sandelhoutboom, Santalum album, is groenblijvende, parasitaire plant die haar worstels in andere bomen verankert. De langzaam groeiende boom met een bruingrijze stam, veel gladde slanke takken en licht paarse bloemen kan tot 12 meter hoog worden en komt oorspronkelijk waarschijnlijk uit China.
De boom groeit nu in tropisch Azië, India, Indonesië en Sri Lanka. In India wordt hij gevonden in de bossen van Uttar Pradesh, Madhya Pradesh, Karnataka en in Tamilnadu.
Het gebruik van sandelhout werd 4000 jaar geleden al gedocumenteerd. In India, Egypte, Griekenland en Rome was het een begeerde houtsoort die gebruikt werd voor de bouw van tempels en beelden. De Egyptenaren gebruikten een extract van sandelhout bij het balsemen van hun doden.
Hoewel het gebruik sterk is afgenomen is het in Azië nog steeds een geliefde houtsoort voor het bouwen van met name tempels. Ook wordt het hout gebruikt om meubels van te maken, dit omdat het zo stevig is en bestand tegen insecten. Het overgrootte deel van de houtoogst wordt echter gebruikt voor de destillatie van etherische olie omdat dit economische interessanter is.
Sandelhout is in de westelijke wereld vooral bekend als wierook. De olie wordt vooral in de parfumindustrie als hechtmiddel gebruikt en in de huidverzorging om de geur en verzorgende eigenschappen.
Door de Hindoestanen wordt het in poedervorm veel gebruikt bij religieuze ceremonies. Het kent een lange geschiedenis als steun bij meditaties.
Traditioneel werd de sandelhout olie in India gebruikt voor de behandeling van maag problemen en braken. De olie is zeer geliefd om zijn huidvriendelijke eigenschappen. Met sandelhout olie zouden ook effectief wonden, huidirritaties en eczeem behandeld kunnen worden.
Beoefenaars van de Ayurvedische geneeskunde gebruiken de olie voor de behandeling van een verscheidenheid van virale infecties aan urinewegen en luchtwegen. Chinese artsen schrijven Sandelhout olie voor, voor snelle verlichting in gevallen van buikpijn, misselijkheid, cholera en gonorroe.
Volgens moderne aromatherapeuten heeft sandelhoutolie antiseptische, ontkrampende en ontstekingsremmende eigenschappen. Het wordt eveneneens als aphrodisiacum gezien.
De beste kwaliteit essentiële olie komt uit het Mysore gebied in Oost-India en wordt middels stoomdestillatie gewonnen uit versnipperde wortels en/of verpulverd kernhout. De olie is een stroperige kleurloze tot gele olie met een rijke warme houtige aardachtige geur en een harmoniserende werking.
De boom moet minstens 30 jaar oud zijn voordat er een essentiële olie uit kan worden gewonnen. Hierdoor is de prijs van de olie de laatste jaren enorm gestegen wat wederom illegaal kappen in de hand heeft gewerkt. De Indische staat probeert deze praktijken in te dammen door de verkoop van hout en olie sterk te reglementeren. Deze mogen alleen verkocht worden als ze zijn verworven op door de staat India georganiseerde veilingen.
Omdat sandelhout desondanks schaars aan het worden is wordt naarstig gezocht naar vervangers. Een van deze vervangers de Amyris, Amyris balsamifera, ook wel 'sandelhout west' genoemd, en behoort tot de Ruitachtigen. Het is ook een houtolie maar wijkt toch sterk af van het echte sandelhout. De geur is niet zo rijk en warm en is sneller verdwenen.
Ook de Santalum spicata, een boom die in Australië groeit levert een vergelijkbare olie echter met een bittere toon. Deze olie blijft in geur en werking eveneens ver achter bij de kwaliteit van de sandelhoutoliën uit Oost- en Noordindia.